X
GO

Biofilter

Een eerste type biozuiveringssysteem is de biofilter. Een traditionele biofilter wordt qua functie in twee delen gesplitst: het eerste deel omvat drie op elkaar gestapelde bakken met een inhoud van 1 m³ (IBC-containers) en wordt de filtereenheid genoemd. Het tweede deel omvat plantenbakken, die naast elkaar zijn opgesteld, en wordt de verdampingseenheid genoemd (zie onderstaande figuur: biofilters in de praktijk).

 

Figuur: biofilters in de praktijk

 

De functie van de filtereenheid is het zuiveren van de restvloeistoffen, belast met gewasbeschermingsmiddelen (GBM). De gestapelde bakken zijn opgevuld met het substraat waarin micro-organismen leven. Vanuit de opslagtank wordt dagelijks een beperkte hoeveelheid water naar de bovenste bak gepompt. Vanuit de bovenste bak zal het water langzaam percoleren doorheen het eerste deel van de biofilter. Vanwege de passage van het water doorheen het organisch materiaal zal een groot aandeel van de restanten op het materiaal geadsorbeerd worden. Door de sorptie van de stoffen krijgen de micro-organismen de kans om de stoffen op te nemen en tegelijk af te breken. Een efficiënt mengsel van organisch materiaal voor de filtereenheid is 50% gehakseld stro, 40% compost en 10% teelaarde van het veld (volumeprocent). In de bovenste bak van de filtereenheid kan stro vervangen worden door kokos, omdat kokos zorgt voor een beter vochtverdeling.

De verdampingseenheid van de biofilter verhoogt de verdampingscapaciteit van het systeem aanzienlijk. De bakken van de verdampingseenheid zijn opgevuld met een mengsel van 90% potgrond en 10% teelaarde. Hierin worden zegge (Carex spp.) en wilgen (Salix spp.) aangeplant, aangezien deze plantensoorten grote hoeveelheden water kunnen verdampen. Daarnaast dienen de planten in de bakken als visuele indicator om de belasting van het systeem te meten. De onderste bak van de filtereenheid is via een systeem van communicerende vaten met de bakken van de verdampingseenheid verbonden.

 


  50% kokos
  40% potgrond
  10% teelaarde
  van het perceel
     
       

  50% stro
  40% potgrond
  10% teelaarde
  van het perceel
     
       

  50% stro
  40% potgrond
  10% teelaarde
  van het perceel
  Zegge
  90% potgrond
  10% teelaarde
  van het perceel
  Wilg
  90% potgrond
  10% teelaarde
  van het perceel


Figuur: schematische voorstelling biofilter mogelijke substraatvulling

 

Onder Belgische klimaatomstandigheden kan 1 bak van de filtereenheid jaarlijks ongeveer 500 liter restwater verdampen, één plantenbak kan tot 1.000 liter water verdampen. Een biofilter met 3 verticale substraatbakken en 3 plantenbakken kan op jaarbasis maximaal 5 m³ restwater verdampen.

Afhankelijk van de te verwerken hoeveelheid restvloeistof op het bedrijf kan een dergelijk systeem groter of kleiner gemaakt worden.
Een verdampingseenheid is niet noodzakelijk. Na de filtereenheid mag het water ook opgevangen worden om te hergebruiken. Veiligheidshalve raden wij echter aan dit gezuiverd water enkel te hergebruiken als eerste spoelwater of voor een totaal herbicidenbehandeling.

Een belangrijk aandachtspunt is dat de bakken onder een afdak moeten staan of van een eigen dak moeten worden voorzien. Zoniet belast regenwater (0,8 m3/m2/jaar) het systeem waardoor de capaciteit ontoereikend is. Plaatsing naar het zuiden en in de wind zorgt eveneens voor een betere verdamping.

Een overzicht van de diverse zuiveringssystemen wordt weergegeven in een tabel.

Wenst u een biofilter te bouwen op uw bedrijf: ga naar de handleiding opbouw biofilter of surf naar Youtube.

 

(bron: Zuivering van restvloeistoffen van het spuittoestel, praktische leidraad)

 

Contact

Karreweg 6

9770 Kruishoutem

 

 0032 (0)9 331 60 84

   info@waterportaal.be

Met steun van