Om de belasting op het milieu zo klein mogelijk te houden, gebruikt de overheid milieuvergunningen. Hiervoor baseert ze zich op enkele juridische pijlers: Vlarem I en Vlarem II. Vlarem I dateert van 6 februari 1991. Het behandelt vooral de procedurekant van de vergunningen. Vlarem II dateert van 1 juni 1995. Het beschrijft de voorwaarden en modaliteiten om te lozen, én de kwaliteitsdoelstellingen en beleidstaken van de overheid.
Grondwaterwinning
Een grondwaterwinning wordt gedefinieerd als alle putten, opvangplaatsen, draineerinrichtingen en over het algemeen alle werken die tot doel of tot gevolg hebben grondwater op te vangen. Dit betreft dus ook water afkomstig van open putten, drainage, enz.
Sinds 1 mei 1999 is de grondwaterwinning geïntegreerd in de VLAREM-wetgeving. Daarmee dient de vergunning voor het winnen van grondwater, groter dan 500 m3/jaar, opgenomen te worden in de milieuvergunning van het bedrijf.
Naargelang de gebruikte hoeveelheden wordt deze rubriek van VLAREM I onderverdeeld in klassen. De klasse waartoe een bedrijf behoort is bepalend voor de manier en de plaats van aanvraag van de grondwaterwinning. Hieronder vindt u een overzicht van de meeste situaties die voor u als land- en tuinbouwer van belang zijn.
Tabel: Winning van grondwater: indeling in klassen

- Klasse-1: Aanvraag milieuvergunning indienen bij de bestendige deputatie van de provincie
- Klasse-2: Aanvraag milieuvergunning indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente
- klasse-3: Enkel onderworpen aan een meldingsplicht bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente.
Een aantal grondwaterwinningen zijn niet ingedeeld, d.w.z. dat hier geen vergunnings- of meldingsplicht vereist is:
- Grondwaterwinningen die uitsluitend van een handpomp gebruik maken;
- Grondwaterwinningen waarvan het debiet lager ligt dan 500 m³/jaar en die uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden dienen.
De milieuvergunningsaanvraag moet gegevens bevatten over de kenmerken van de aangesproken watervoerende laag en de technische gegevens van de pomp en de debietmeters.
U kunt zowel het aanvraagformulier (klasse 1 en 2) als het meldingsformulier (klasse 3) downloaden van de website van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie.
Oppervlaktewaterwinning
Voor de captatie van oppervlaktewater is er enkel een vergunning nodig voor de watervang uit bevaarbare waterlopen, kanalen en havens.
- De vergunning voor volumes van 500 m³/jaar of groter wordt jaarlijks hernieuwd door de betaling van een retributie. U hoeft dus niet jaarlijks een nieuwe vergunningsvraag in te dienen.
- Captaties kleiner dan 500 m3/jaar zijn enkel meldingsplichtig aan de bevoegde waterwegbeheerder. Deze melding dient jaarlijks herhaald te worden.
- Voor onbevaarbare waterlopen worden bepaalde rechten toegekend aan de oevereigenaars, maar is geen heffing verschuldigd. Alle oevereigenaars hebben in principe gelijke rechten op water. Dit komt er onder meer op neer dat de waterloop niet volledig leeg getrokken mag worden. Er mag ook geen schade optreden aan het visbestand en aan de oevers door het onttrekken van water. De vrederechter treft de nodige maatregelen als onvoldoende water beschikbaar is om aan alle behoeften te voldoen.