X
GO

Waterverbruik pluimveehouderij

De Vlaamse pluimveesector staat tussen 2011 en 2016 voor ongeveer 16% van het totale watergebruik in de Vlaamse land- en tuinbouw. Het gaat om water dat wordt gebruikt als drinkwater voor het pluimvee, voor de reiniging van stallen en uitrusting en eventueel voor de koeling van de stallen.

Volgende grafiek toont dat in de periode tussen 2011 en 2016 het watergebruik in de pluimveehouderij stabiel is gebleven.

 

Grafiek: aandeel waterverbruik per deelsector, op basis van LMN-gegevens boekjaar 2016

(bron: Departement Landbouw en Visserij, 2018)

 

Kwaliteitseisen pluimveehouderij

In de pluimveehouderij worden strenge hygiënische eisen gesteld, enerzijds door de overheid en anderzijds door lastenboeken voor kwaliteitslabels. De normen waaraan water moet voldoen, hangen af van de toepassing waarvoor het water gebruikt wordt. De normen voor drinkwater zijn strenger dan de normen voor reinigingswater. Toch betekent dit niet dat er om het even welke soort water mag gebruikt worden om bijvoorbeeld stallen te reinigen. Het is belangrijk dat er geen extra ziektekiemen via het reinigingswater in de stal worden gebracht.

Belplume vzw, een organisatie die zorgt voor de uitbouw van een integraal kwaliteitsbeheersysteem voor pluimvee, stelde normen op die een veilig gebruik van grond-, leiding- en hemelwater moeten garanderen. In het lastenboek van Belplume staat beschreven hoe dikwijls chemische en bacteriologische wateranalyses moeten uitgevoerd worden (afhankelijk van de waterbron, het al dan niet voorkomen en gebruiken van een buffervat) en aan welke eisen het water moet voldoen om het te mogen gebruiken als drink- of reinigingswater.

 

Tabel: normen drink- en reinigingswater voor pluimvee volgens Belplume - chemische parameters

  Chemische Parameters   Norm
   
  pH (zuurtegraad)   4-9
  Fe (ijzer)   2,5 mg/l
  Hardheid   20°D
  Nitriet   1,0 mg/l

(bron: www.belplume.be)

 

Tabel: normen drink- en reinigingswater voor pluimvee volgens Belplume - bacteriologische parameters

  Bacteriologische Parameters   Norm
   
  Totaal kiemgetal   Max 100.000 KVE/ml
  Totaal E. Coli   Max 10 KVE/ ml
  Enterococcen   Afwezig 
  Aantal C. perfringens    < 1 kve/100 ml
  Aantal Coliformen   < 100 kve/ml
  Aantal sulfiet reducerende Clostridia   < 1 kve/20 ml
  Salm. isol. volgens ISO19250   Afwezig  

(bron: www.belplume.be)

 

Dierengezondheidszorg Vlaanderen

Ook Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) hanteert aanbevelingen voor drinkwater voor pluimvee. Ze zijn iets uitgebreider dan die van Belplume. Alle gegevens over drinkwaterkwaliteit vindt u op de website van DGZ.

 

Tabel: kwaliteitseisen waaraan het drinkwater voor pluimvee best voldoet - scheikundig onderzoek

  Scheikundig Onderzoek   Kwaliteitseis
   
  Fysisch aspect   Helder; kleur - en geurloos
  pH   3,5-9
  Geleidbaarheid   2.100 μS/cm
  Totale hardheid   ≤ 20°D
  Fluoride   ≤ 1,5 mg/l
  Chloride   ≤ 250 mg/l
  Nitriet   ≤ 1,0 mg/l
  Nitraat   ≤ 100 mg/l
  Fosfaat   ≤ 5,0 mg/l
  Sulfaat   ≤ 200 mg/l
  Ammonium   ≤ 0,5 mg/l
  Totaal ijzer   ≤ 2,5 mg/l
  Mangaan   ≤ 2,0 mg/l
  Magnesium   ≤ 50 mg/l
  Calcium   ≤ 270 mg/l
  Natrium   < 200 mg/l
  Zoutgehalte   ≤ 2000 mg/l

(bron: DGZ- Dierengezondheidszorg Vlaanderen)

 

Tabel: kwaliteitseisen waaraan het drinkwater voor pluimvee best voldoet - bacteriologisch onderzoek 

  Bacteriologisch Onderzoek  Kwaliteitseis
   
  Tot kiemgetal 22°C   ≤ 100.000 KVE/ml
  Tot kiemgetal 37°C   ≤ 100.000 KVE/ml
  Coliformen   < 10.000 KVE/100ml
  E. coli   ≤ 100 KVE/ ml
  Intestinale enterococcen 44°C   0 KVE/100 ml
  Sulfiet red. Clostridia   0 KVE/20 ml
  Clostridium perfringens   0 KVE/ml

(bron: DGZ- Dierengezondheidszorg Vlaanderen)

 

Mogelijke waterbronnen pluimveehouderij

In de pluimveesector bestaat 20% van het verbruik uit leidingwater. De rest is voornamelijk grondwater, slechts enkele procenten worden gewonnen uit de opvang van hemelwater, oppervlaktewater of ander water zoals recuperatiewater (bron: Departement Landbouw & Visserij).

De inzetbaarheid van alternatieve waterbronnen is afhankelijk van de beschikbaarheid ervan in uw omgeving, maar ook van de vereiste kwaliteit van het water per toepassing.
De kwaliteit van het gebruikte water moet voldoen aan de normen opgelegd in de lastenboeken voor pluimveehouders.
 

Hemelwater en oppervlaktewater kunnen mogelijk in aanmerking komen. Dit zou kunnen gebruikt worden voor verschillende toepassingen:.

  • Reinigen van machines;
  • Reinigen van de stallen;
  • Het drinken voor de kippen, mits extra ontsmetting.


Alternatieve waterbronnen worden vaak gekenmerkt door een verhoogde bacteriologische belasting, zeker in de zomer. Een goede opvolging van de waterkwaliteit is aangewezen. Bij een verhoogde besmettingsgraad kan een behandeling van het water, zoals ontsmetten, noodzakelijk zijn.

Echter, de jaarlijkse hoeveelheid neerslag die op de daken van een stal valt, is onvoldoende om aan het volledige waterverbruik van de stal te voldoen. Bovendien valt de neerslag niet gelijkmatig verdeeld over het jaar en is de waterbehoefte in een pluimveestal heel variabel: laag in het begin, maar meer dan 20 keer hoger op het einde van de ronde met een piekverbruik tijdens het reinigen van de stal. Regenwater hergebruiken vraagt daarom een grote opslagcapaciteit en ook een tweede waterbron voorzien is nodig (bron: Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw, 2021)

Inagro heeft www.watertool.be ontwikkeld, deze helpt u bij de keuze van de meest geschikte waterbehandeling. Aan de hand van een wateranalyse kunt u kijken welke behandelingstechniek(en) er nodig zijn. U vindt ook meer informatie terug over de verschillende parameters en de technieken.
Volgende tabel geeft het verband tussen de alternatieve waterbronnen en de inzetbaarheid ervan vanuit milieutechnisch en ecologische oogpunt voor toepassingen in de pluimveehouderij, volgens de huidige stand van zaken met betrekking tot onderzoek en praktijkervaring.

 

Tabel: voorbeelden van alternatieve waterbronnen in de pluimveehouderij

  Processtap (Ondiep) grondwater Hemelwater Oppervlaktewater Recuperatiewater
         
  Drinkwater J/Nb J/Nb,c N N
  Reinigingswater voor stallen J J/Nb N N
  Reinigingswater voor machines N J J Jd
  Spoelwater voor ontijzering en ontkalking J J N N

Bron: Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de veeteeltsector, VITO 2006 en praktijkervaring van de dienst landbouw van de provincie Oost-Vlaanderen 2011)a.

  • A: ‘J’ betekent dat de waterbron kan worden ingezet in de overeenkomstige processtap. ’N’ betekent dat de waterbron vanuit milieutechnisch en ecologisch oogpunt niet kan worden ingezet voor de overeenkomstige stap.
  • B: Voor zover toegelaten door de geldende kwaliteitseisen en voldaan aan de kwaliteitsnormen.
  • C: Anno 2005 zijn er enkele bedrijven die drinkwater inzetten onder strikt hygiënische voorwaarden. Een regelmatige controle van de kwaliteit is aangewezen.
  • D: Indien voorhanden: bijvoorbeeld effluent van een percolatierietveld.

 

Het gebruik van hemelwater als drinkwater voor pluimvee is vandaag geen evidentie en vraagt nog bijkomend onderzoek:

  • Een te lange stockage van het hemelwater kan leiden tot een verhoogd risico op nitrietvergiftiging. Een te lange stilstand van het opgevangen water moet dus vermeden worden.
  • Een bacteriologische belasting van het hemelwater kan een aanleiding zijn voor besmetting in de leidingen.

 

Om de kwaliteit van het water te verzekeren is in de praktijk een vorm van ontsmetting noodzakelijk.

 

(bron: lv.vlaanderen.be: Praktijkgids Water in de land- en tuinbouw )

 

Contact

Karreweg 6

9770 Kruishoutem

 

 0032 (0)9 331 80 84

   info@waterportaal.be

Met steun van