X
GO

Brochures

Nieuw percolatieveld op het PCG

Nieuw percolatieveld op het PCG

Een percolatie(riet)veld is eigenlijk een grote kuip met substraat waarover het afvalwater wordt verdeeld.

Auteur: Elise/donderdag 24 maart 2016/Categories: Nieuws, Waterkwaliteit, Emissiereductie

Werkzaamheden op land- en tuinbouwbedrijven gaan gepaard met de productie van bedrijfsafvalwater en huishoudelijk afvalwater. Dit afvalwater kan niet ongezuiverd in oppervlaktewater worden geloosd. Als het technisch niet haalbaar is om het bedrijf aan te sluiten op een centrale zuivering, staat de landbouwer zelf in voor de zuivering van het afvalwater. Een percolatieveld kan hier een oplossing bieden.

Doordat het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) zich in niet-gerioleerd gebied bevindt, wordt er voor de behandeling van het afvalwater gebruik gemaakt van een biologisch zuiveringssysteem, namelijk een percolatierietveld. In een dergelijk zuiveringssysteem zorgen micro-organismen voor de biologische zuivering van het afvalwater. De ervaringen met deze Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) waren tot voor kort zeer positief. Maar, aangezien het PCG de afgelopen tien jaar sterk is gegroeid in personeel en areaal, kreeg het percolatierietveld veel meer afvalwater te verwerken dan initieel berekend, en daardoor geraakte het systeem overbelast. Het gezuiverde water beantwoordde niet meer aan de lozingsnormen, waardoor er beslist werd om in het najaar van 2013 een nieuw percolatieveld aan te leggen.

Zuivering dankzij micro-organismen

Een percolatie(riet)veld is eigenlijk een grote kuip met substraat waarover het afvalwater wordt verdeeld. Micro-organismen op het substraat leven van de organische vervuiling en de nutriënten in het afvalwater.

Vooraleer het afvalwater over het percolatieveld wordt gebracht, moet het een goede voorbezinking ondergaan in een septische put. Vervolgens wordt het afvalwater via verdeelbuizen over het veld gepompt. Het water stroomt verticaal door een substraat om dan uiteindelijk via drainagebuizen het percolatieveld te verlaten.

percolatieveld
Plaatsing van de verdeelbuizen

Het substraat fungeert als dragermateriaal voor de bacteriën. Stikstofverbindingen zoals eiwitten, ammonium en nitraten worden door een combinatie van aërobe (zuurstofrijke) en anaërobe (zuurstofarme) micro-organismen afgebroken tot stikstofgas dat in de lucht vervluchtigt. Fosforverbindingen worden in beperkte mate door micro-organismen en planten opgenomen. Dergelijke nutriënten worden in de bodem gebonden of uit het water gehaald door ze te binden aan kalk, ijzer, aluminium… Naarmate het water verder door het substraat loopt, wordt het afvalwater properder. Door de fijne poriën in het substraat worden zwevende stoffen en zelfs een groot deel pathogenen zoals schimmels en bacteriën uitgefilterd en afgebroken.

De afvoer van het percolatieveld mondt uit in een controleput, zodat de kwaliteit van het gezuiverde water eerst kan worden beoordeeld alvorens het in het oppervlaktewater terecht komt. 

Een percolatieveld wordt vaak beplant met riet of andere plantensoorten. De beplanting bovenop het veld zorgt door het wortelgestel enerzijds voor een blijvende doorlaatbaarheid van het substraat en anderzijds voor inbreng van zuurstof in het bovenste gedeelte van het substraat. Bovenin het substraat vindt de nitrificatie (omzetting van ammonium in nitraat) in zuurstofrijke omstandigheden plaats, terwijl onderin het substraatpakket de denitrificatie (omzetting van nitraat in stikstofgas) in zuurstofarme omstandigheden gebeurt.

Aanleg van het percolatieveld

De benodigde oppervlakte (72 m2) werd uitgegraven tot 1,15 meter diep. Het geheel werd volledig afgedicht met een PE-folie en voorzien van een drainagebuis. De kuil werd opgevuld met een substraat. Afhankelijk van het gewenste type beplanting en de beschikbare ruimte kan als substraat zand, kokos, lava worden gebruikt.

Bovenop het substraat werden de verdeelbuizen aangebracht. Daarbovenop kwam een laag lava en ten slotte werd het veld beplant met verschillende moerasplanten zoals kalmoes, moerasspirea, kattestaart en bodembedekkers zoals watermunt, bosaardbei en gele dovenetel. Het voordeel van dergelijke bodembedekkers ten opzichte van riet is dat ze de onkruiden in het voorjaar beter onderdrukken, terwijl riet pas in mei een goede groei kent. Omdat het irrigatiesysteem zich onder de laag lavastenen bevindt, is van enige geuroverlast geen sprake. Door middel van een pomp wordt het percolatieveld enkele malen per dag bevloeid.

 

percolatieveld
Op het substraat ligt een laag lava waartussen de planten groeien.

De komende maanden worden het influent en het effluent regelmatig bemonsterd, om de werking zo goed mogelijk op te volgen. Indien de nitraatnorm (< 50 mg NO3/l) niet wordt gehaald, kan een deel of alle water worden teruggestuurd naar de initiële pompput van waaruit het opnieuw over het percolatieveld wordt gebracht. Daarnaast kan de denitrificatie nog gestimuleerd worden door het waterpeil onderin de kuip hoger te laten oplopen. Dit vergroot de anaërobe zone en stimuleert het denitrificatieproces. Wordt de fosfaatnorm (< 2 mg PO4/l) niet gehaald, dan kan er bijgedoseerd worden met ijzertrichloride of zal er geëxperimenteerd worden met fosfaatfiltersystemen.

Wettelijk kader

Stedenbouwkundige vergunning

Voor de aanleg van een individuele afvalwaterzuivering op een landbouwbedrijf waar ook bedrijfsafvalwater in wordt verwerkt, is een stedenbouwkundige vergunning nodig. Deze vergunning kan je aanvragen bij het gemeentebestuur.

Voor een waterzuivering waarin alleen huishoudelijk afvalwater van een woning wordt verwerkt en die gelegen is binnen de 30 m van de woning, op hetzelfde perceel als de woning en op meer dan 1 m van de perceelsgrens is in principe geen vergunning nodig. Tenzij er een ‘merkelijke reliëfwijziging’ optreedt. Of een reliëfwijziging al dan niet ‘merkelijk’ is, is afhankelijk van de ligging en de directe omgeving. Voor de interpretatie hiervan in een bepaalde situatie kan je best te rade gaan bij de gemeentelijke dienst stedenbouw.

Milieuvergunning

Ook een milieuvergunning is nodig voor de bouw van een individuele afvalwaterzuivering waarin ook bedrijfsafvalwater wordt verwerkt. Indien alleen huishoudelijk afvalwater wordt verwerkt is geen milieuvergunning nodig.

Voor ‘bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen’ volstaat een klasse-3-vergunning. Als er in het afvalwater ‘gevaarlijke stoffen’ zitten in concentraties hoger dan de normen voor basismilieukwaliteit, dan is een klasse-2-vergunning nodig. Dit geldt onder meer voor afvalwaters van melkinstallaties waar te veel stikstof en fosfor in zit.

Gemeentelijke subsidie

Voor individuele afvalwaterzuiveringsinstallaties bij particulieren hebben een aantal gemeentebesturen een aangepast subsidiereglement. Sommige gemeenten geven deze subsidie ook als er behalve huishoudelijk afvalwater ook bedrijfsafvalwater wordt verwerkt in de installatie.

Heel wat gemeenten zorgen tegenwoordig zelf voor de nodige IBA’s voor huishoudelijk afvalwater via een integraal waterbedrijf (TMVW, Infrax…). Voor meer informatie hierover kan je bij de gemeentelijke milieudienst terecht.

VLIF-steun

Landbouwbedrijven die voldoen aan de voorwaarden van het VLIF, kunnen een subsidie van 28% krijgen bij de bouw van een individuele afvalwaterzuiveringsinstallatie. Meer informatie over de VLIF-steun kan je bekomen via de website  lv.vlaanderen.be, bij het VLIF in Brussel (tel. 02 552 74 70) of bij de dienst Structuur en Investeringen binnen elke provincie.

 

Meer info?

Elise Vandewoestijne

Print

Number of views (12911)/Comments (0)

Documents to download

Theme picker

Contact

Karreweg 6

9770 Kruishoutem

 

 0032 (0)9 331 60 84

   info@waterportaal.be

Met steun van