In het kader van het VLAIO LA-traject OrnAqua werden vorig jaar twee proeven aangelegd: een met bodemafdekmaterialen in de teelt van potchrysant en een met diverse biostimulanten en wetting agents in niet-geïrrigeerd bosgoed.
De voorbije groeiseizoenen werden we steeds vaker geconfronteerd met weersextremen zoals langdurige droogte en hittegolven. Na het natte jaar 2024 kende het voorjaar van 2025 een extreem droog verloop, met in Ukkel amper 27,8 mm neerslag tijdens de maanden maart en april. Hierdoor staken oppompverboden opnieuw de kop op en werd opgeroepen om spaarzaam met water om te springen. Het VLAIO LA-traject OrnAqua heeft als doel een referentiekader op te stellen voor vollegrondssiertelers om op een duurzame wijze de factor water in hun bedrijfsvoering op te nemen, gaande van richtlijnen om efficiënter te irrigeren tot richtlijnen om droogte-mitigerende technieken toe te passen indien irrigatie niet mogelijk is. Vanaf dit jaar sluit het nieuw gestarte Europese Interreg Noordwest-Europa project HydroSoilWise hierbij aan, met een brede screeningsproef met verschillende biostimulanten, wetting agents en bodemverbeterende middelen in niet-geïrrigeerd bosgoed.
Afdekken van het bodemoppervlak bij potchrysant
Vorig jaar legden we bij Viaverda een demonstratieproef aan met diverse bodemafdekmaterialen in de teelt van potchrysant, om na te gaan wat het effect van deze teelthandelingen op het bodemvochtgehalte en de gewasgroei en -ontwikkeling is. We vergeleken drie afdekmethoden met een onbehandelde controle, namelijk biofolie (18 µm), antiworteldoek en een levende mulch als onderzaai met witte klaver. De behandelingen met biofolie en antiworteldoek werden via T-tape onder de afdekking geïrrigeerd aan een optimale dosering volgens het bodemwaterbalansmodel van de Bodemkundige Dienst van België. De controlebehandeling en de behandeling met witte klaver werden van bovenaf geïrrigeerd en kregen ongeveer de halve dosering. Het bodemvochtgehalte werd continu opgevolgd met Tomst gazondolken. Daarnaast werden maandelijks de boldiameter en -hoogte opgemeten. De klaver trad duidelijk in concurrentie met de potchrysanten, waarbij ze extra vocht uit de bodem onttrok. Dit resulteerde in een merkbaar kleinere plantontwikkeling van de chrysanten. In augustus, de maand waarin voornamelijk geïrrigeerd werd, vertoonde de behandeling met biofolie het hoogste bodemvochtgehalte, gevolgd door de antiworteldoek. Deze verschillen vertaalden zich in beperkte variaties in gewasontwikkeling, met een iets grotere boldiameter bij de biofoliebehandeling.

Figuur 1. Proef met bodemafdekmaterialen in potchrysant bij Viaverda Destelbergen in 2024.

Figuur 2. Effect bodemafdekmaterialen op het bodemvochtgehalte op -15 cm bepaald met Tomst gazondolken.

Figuur 3. Effect bodemafdekmaterialen op de gewasgroei van potchrysant.
Biostimulanten en wetting agents in niet-geïrrigeerd bosgoed
Biostimulanten en wetting agents kunnen ook als droogte-mitigerende maatregelen worden ingezet. Sommige soorten biostimulanten zouden de plant namelijk toleranter kunnen maken tegen droogtestress. Wetting agents zouden het bodemvocht langer kunnen vasthouden en de infiltratie van neerslag verbeteren. Vorig jaar werd een eerste proef in niet-geïrrigeerd 2-jarig bosgoed Acer pseudoplatanus aangelegd. Vier producten werden uitgetest ten opzichte van een onbehandelde controle, namelijk een experimentele biostimulant op basis van zeewierextract (10 l/ha, 2-wekelijkse aangieting), Humifirst (50 g/100 l substraat/bodem, in het plantgat), Tonivit (10 l/ha, aangieten net na aanplant) en H2Flo (0,5 ml per boom, maandelijks aangieten). Om het effect van de producten te monitoren, werden tweewekelijk lengtemetingen uitgevoerd samen met de bepaling van de stamwaterpotentiaal. Dit laatste is een maat voor de aanzuigingskracht van de plant om water uit de bodem op te nemen via de wortels. Humifirst, aan de dosering in substraat in plaats van in vollegrond, resulteerde in een snellere weggroei met 63% meer groei dan de onbehandelde controle eind juli. Dit verschil vlakte echter af in de loop van het seizoen, waarna de groeisnelheid vergelijkbaar was met die van de onbehandelde planten. De andere producten vertoonden geen significante impact op de groei ten opzichte van de controle. Wat betreft de stamwaterpotentiaal werden er geen significante verschillen waargenomen, wel leken de producten te resulteren in een meer negatieve stamwaterpotentiaal of een sterkere aanzuigingskracht.
Figuur 4. Proef met biostimulanten en wetting agents in 2-jarig niet-geïrrigeerd bosgoed Acer pseudoplatanus.
Proeven rond droogte-mitigatie in 2025
Dit jaar zal de proef met afdekmaterialen in potchrysant op grotere schaal herhaald worden. Om de vergelijkbaarheid tussen de behandelingen te verbeteren, zal ditmaal elke behandeling gelijkmatig worden geïrrigeerd via T-tape. Naast de lopende proef met biostimulanten en wetting agents in tweejarig, niet-geïrrigeerd bosgoed binnen het OrnAqua-project, werd in het kader van het HydroSoilWise-project een bredere screeningsproef opgestart. Deze nieuwe proef richt zich op de bodemtoepassing van biostimulanten, wetting agents en bodemverbeterende middelen in éénjarig, niet-geïrrigeerd bosgoed. Op maandag 25 augustus van 14 tot 16 uur nodigen we julllie graag uit om een bezoekje te brengen aan deze lopende proeven, waarbij we onze eerste resultaten zullen bespreken.
Meer info
Paulien De Clercq
Isolde De Beule
OrnAqua is een LA-traject van Viaverda Destelbergen, Universiteit Gent en Bodemkundige Dienst van België en is mogelijk door de financiering van VLAIO. HydroSoilWise is een Europees Interreg Noordwest-Europa project, een samenwerking tussen 12 partners uit België, Nederland, Frankrijk en Duitsland en is mogelijk door de financiering van Europa en de provincie Oost-Vlaanderen.

